Eindrapport opgraving Kwerps Dorpskern

Jeska Pepermans

Naar aanleiding van de dorpskernontwikkeling te Kwerps (Erps-Kwerps, Kortenberg) vond aan het Sint-Pietersplein een proefputtenonderzoek plaats. Hieruit bleek de aanwezigheid van diepgaande en omvangrijke archeologische sporen, waardoor er een noodzaak bleek naar verder onderzoek in de vorm van een opgraving.

Figuur 1: Situering van het onderzoeksgebied met weergave van de allesporenkaart op de kadasterkaart (GRB)

Tijdens de opgraving werden 16 kuilen aangetroffen waarvan er 12 te interpreteren waren als ontginningskuil. In de omgeving van het plangebied zijn bodemkundige en andere gegevens gekend dat er aan kalk- of ijzerzandsteenontginning werd gedaan. De aard, omvang, opvulling en diepte van de sporen lijkt hierbij aan te sluiten. Gelijkaardige bevindingen werden gedaan bij de opgraving aan het aangrenzend terrein ten noorden, die binnen het kader van toevalsvondstdossier 191563 plaatsvond.

Figuur 2: Gedateerde allesporenkaart ten aanzien van de opgravingsresultaten van toevalsvondstdossier 191563

De grootste kuilen meten er tot 460 x 480 cm, terwijl dit in het huidige plangebied beperkt blijft tot ca. 330 x 410 cm. Het is duidelijk dat de gegevens bij elkaar aansluiten en dat de ontginningen zich beperken tot het gebied ten zuidwesten van de weg die rond de zone van het huidige Sint-Pietersplein loopt; een gebied dat vrij lang dienst heeft gedaan als achterliggende tuinzones/open gebied bij de historische bebouwing richting de Sint-Pieterskerk ten westen. Beide opgravingen kunnen samengenomen als één archeologische site aanschouwd worden. Wanneer men beide opgravingen in overweging neemt, is er sprake van een totaal van 24 ontginningskuilen uit de nieuwe tijd (16de-18de eeuw).

 

Figuur 3A: Voorbeeld van ontginningskuilen in het vlak

Figuur 3B: Voorbeeld van ontginningskuilen in coupe

Figuur 4A: Gedigitaliseerde coupetekeningen van ontginningskuilen S2

Figuur 4B: Gedigitaliseerde coupetekeningen van ontginningskuilen S6

Hoewel in de omgeving grootschalige ontginningen gekend zijn van zowel kalk- als ijzerzandsteen, is het ook mogelijk dat ontginning op kleine schaal werd uitgevoerd door de bewoners van het dorp, binnen hun privédomeinen of toentertijd, zgn. herenboeren en hun pachthoven. Anderzijds kan het ook zijn dat de eerder kleine schaal van de ontginningen te wijten is aan een vermindering in het gebruik en aantal toepassingen van de specifieke grondstof, zoals er ook een afname zichtbaar is in het gebruik van bv. ijzerzandsteen gedurende de 16de-18de eeuw.

Figuur 5: Onderzoeksgebied bij benadering aangeduid op de Ferrariskaart (1771-1778)

 Het archeologisch onderzoek heeft een inzicht gegeven in de activiteiten die binnen de onderzoekszone en het aangrenzend gebied ten noorden plaatsvonden gedurende de nieuwe tijd.

Het volledige eindverslag is hier terug te vinden:

https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/rapporten/eindverslagen/3435

Volgende
Volgende

Eindrapport opgraving Kontich Groeningenlei